Ga je mee naar de speeltuin? Klauter mee door de bomen, zoek je weg over de krokodillenrivier en dwaal rustig door de bramentuin. Maar kijk uit voor de afgrond! Spring je mee van wolk naar wolk? Dan zijn we er bijna…
Maak op je vingertoppen een tocht door dit prentenboek. Aan de rode pijltjes op iedere pagina kun je zien waar je begint en waar je naartoe moet. En onderweg wordt het steeds gezelliger! (flaptekst)
Toen in 2015 dit prentenboek uitkwam, het prentenboek van de Kinderboekenweek, vond ik het helemaal niet zo geweldig… Ik was beter gewend van Mies van Hout en dit was totaal niet wat ik had verwacht. Maar nu, zes jaar later, besloot ik om het boek mee te nemen naar mijn werk en te gebruiken tijdens de logopedische behandeling. En ik zeg nu eerlijk: wat heb ik me in dit boek vergist!
Er is weinig verhaal. Het begint met ‘Kom, we gaan naar de speeltuin! Ga je mee?’ En eigenlijk is het hele boek daarna de zoektocht om in de speeltuin te komen.
Dat is een vrolijke en kleurrijke tocht waarbij steeds meer dieren zich aansluiten bij het jongetje, het meisje en de poes. Als lezer ga je ook mee op avontuur. Je gaat door de duinen (volg de witte paadjes), door de bomen (ga via de takken, maar raak de vogelnestjes niet) en door een grot (volg het pad). Op elke bladzijde is een opdracht. Een doolhof, een glijbaan en een wandeling door de duinen. Maak ze op je vingertoppen over de bladzijden.
Juist de manier waarop Mies van Hout de kinderen erbij betrekt - ze dwingt niet maar ze vraagt het steeds - is briljant. De kinderen willen op avontuur en willen het boek nog een keer lezen én nog een keer én nog een keer én nog een keer.
Een boek dat voorlezen ontzettend leuk maakt en echt is aan te raden. Kinderen hebben hier ongetwijfeld veel plezier aan en als voorlezer heb je er misschien wel evenveel plezier aan. Maar het boek alleen lezen, raad ik niet aan. Dit is echt een samen-leesboek.
Reactie plaatsen
Reacties