Soms kan een herinnering je een leven lang bijblijven. Een kleine jongen raakt gefascineerd door walvissen na het zien van de witte beloega Aydin op het Jeugdjournaal. Zou hij er ooit zelf een zien in de Waddenzee?
Pas jaren later drijft de herinnering aan Aydin weer boven: wat zou er toch gebeurd zijn met de witte beloega? Het Turkse dorp waar Aydin voor het laatst gezien is blijkt nog steeds in de ban van de bijna mythische witte walvis. Van de visser Kemal, de burgemeester en de kleine jongen zelf: allemaal vertellen ze bevlogen over het magische, maar bovenal waargebeurde verhaal van beloega Aydin. (flaptekst)
Toen dit boek werd aangekondigd was ik meteen enthousiast. En dat ben ik nog steeds: met dit prachtige omslag van Mark Janssen en de zorgvuldige, mooie belettering ziet het boek er verzorgd en aantrekkelijk uit.
Maar na het lezen van het boek zoemt het in mijn hoofd. Ik begrijp een aantal dingen niet. Ik zit met name met de vraag of de hoofdrolspeler het nou allemaal heeft gedroomd? Hij woonde op een eiland in de Waddenzee, niet in Turkije. Op het eind woont hij wel in Turkije, maar dan is er geen Aydin meer.
En wat ook tijdens het lezen in mijn hoofd rondspookte, ging over de illustraties. Mark Janssen levert weer prachtplaatjes aan voor dit boek. De plaat van het eiland in de Waddenzee wil ik zelfs wel aan mijn muur hebben hangen. De afbeeldingen van de beloega zijn natuurgetrouw en toch schattig en lief. Alle kleuren zijn goed gekozen en spatten van de bladzijden af.
Maar… waarom wordt ervoor gekozen om illustraties meerdere keren te gebruiken in het boek? Soms met een andere achtergrond of in spiegelbeeld, maar volgens mij echt dezelfde illustraties. Dat vind ik een gemiste kans. Juist de illustraties zijn sterk en belangrijk voor dit verhaal. En ik voel me als lezer een beetje in de maling genomen door meerdere keren dezelfde illustraties te gebruiken. Hierdoor vind ik het boek meteen een stuk minder leuk.
Het verhaal zelf is overigens wél leuk en zelfs wat emotioneel af en toe. Het is ‘waargebeurd’ – al vraag ik me nog steeds af wat er echt is en wat niet - en daardoor leer je als lezer iets. Ook interessant is het dossier met foto’s achterin het boek. Maar het verhaal zelf is wel wat lang, het is in ieder geval geen prentenboek - eerder een voorleesboek. De schrijfstijl is prettig om te lezen én om voor te lezen.
Al met al is het een leuk boek, met toch echt wat schoonheidsfoutjes. Ik denk dat veel mensen het boek kunnen waarderen. En ik weet dat ik zelf kritisch kijk naar boeken en dan dit soort dingen zie die me tegenvallen. Soms is dat lastig, want eigenlijk wil ik gewoon genieten van het lezen.
Reactie plaatsen
Reacties